Er moeten mensen zijn
die zonnen aansteken
Voordat de wereld verregent
Mensen die zomervliegers oplaten
Als ’t ijzig wintert
En die confetti strooien
tussen de sneeuwvlokken
Die mensen moeten er zijn
Er moeten mensen zijn
die aan de uitgang van ’t kerkhof
ijsjes verkopen
En op de puinhopen
mondharmonica spelen
Er moeten mensen zijn
die op een stoel gaan staan
Om sterren op te hangen
in de mist
Die lente maken
van gevallen bladeren
En van gevallen schaduw
licht
Er moeten mensen zijn
die ons verwarmen
En die in een wolkeloze hemel
Toch in de wolken zijn
Zo hoog
Ze springen touwtje
langs de regenboog
Als iemand heeft gezegd:
Kom maar in m’n armen
Bij dat soort mensen wil ik horen:
Die op het tuinfeest in de regen dansen
Ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
Er moeten mensen zijn
die op het grijze asfalt
In grote witte letters
‘liefde’ verven
Mensen die namen kerven
in een boom
vol rijpe vruchten
Omdat er zoveel anderen zijn
die voor de vlinders vluchten
En stenen gooien
naar ’t lenteblauw
Omdat ze bang zijn
voor de bloemen
En bang zijn voor
ik hou van jou
Ja,
er moeten mensen zijn
met tranen
als zilveren kralen
Die stralen in het donker
En de morgen groeten
Als het daglicht binnenkomt
op kousenvoeten
Weet je,
er moeten mensen zijn
die bellen blazen
En weten van geen tijd
Die zich kinderlijk verbazen
Over iets wat barst
van mooiigheid
Ze roepen van de daken
dat er liefde is
en wonder
Als al die anderen schreeuwen:
alles heeft geen zin
Dan blijven zij roepen:
nee, de wereld gaat niet onder
En zij zien in ieder einde
weer een nieuw begin
Zij zijn een beetje clown
Eerst het hart
en dan het verstand
En ze schrijven met hun paraplu
‘i love you’ in het zand
Omdat ze zo gigantisch
in het leven opgaan
En vallen
en vallen
en vallen
en opstaan
Bij dat soort mensen wil ik horen:
Die op het tuinfeest in de regen blijven dansen
Ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
De muziek gaat door
De muziek
Gaat
Door
—
Zielsgelukkig van Toon Hermans
Foto: Jacques Klok