De leukste uitdagingen zitten hem in eenvoudig fysieke oefeningen. Wie speelde er vroeger geen kruiwagentje. Wie ging er vroeger niet bokje springen? Probeer de spelletjes eens uit op de pleinen en in de gymzalen. Super leuk en de deelnemers worden er fysiek sterker en behendiger van. Bovendien leren ze goed samen te spelen en op elkaar in te spelen.
Kruiwagenrace:
Maak tweetallen, waarvan de één de kruiwagen is en de ander de drager.
De kruiwagen loopt op zijn/haar handen, terwijl de drager zijn/haar benen (rondom zijn knieën) vasthoudt. Leg een parkoers af, waarbij de kruiwagen het tempo bepaald. Dit spel kun je ook in estafette vorm spelen.
Bokjespringen:
De bok staat voorover gebogen, kin op de borst, handen vast aan de enkels. De springer neemt een aanloopje, zet de handen op de rug van de bok en springt er met gespreide benen overheen.
Bokspring tikkertje:
De tikker probeert de lopers af te tikken. Ben je getikt, dan wordt je een bok. Je bent vrij als een andere loper over je heen springt.
Variatie: meerdere tikkers.
Een geweldig spelletje, waarbij je meteen kunt zien, wie anderen helpt (bevrijd) en wie niet. Ook kun je zien wie goed kan samenwerken door de tikker weg te lokken zodat iemand anders de bok kan bevrijden.
