De wekker gaat om 4.15 uur in de ochtend. Om 5 uur begint de Aartie, een spiritueel ritueel aan de oevers van de Ganges. We verlaten het hotel en wandelen langs de Ganges naar de Assi Ghat. Het is vroeg, maar het is druk langs de rivier. Vele gelovigen en ongelovigen zijn op weg naar de ceremonie.
Ik voel me thuis in Varanashi. Alles is er intens. De kleuren, de geluiden en de geuren. Alles wat het oog waarneemt, maakt indruk. De koeien, de honden, de apen, de geiten en niet in de laatste plaats de sadu’s, de vrouwen en de kinderen. Zo ontspannen als in Varanashi kom je ze nergens tegen. De koeien wandelen op hun gemak door de smalle steegjes. De apen zitten in de bomen of lopen over richeltjes langs de huizen. De honden slapen op de trappen langs de Ganges en de geiten staan al even relaxt een beetje bij elkaar.
Gisteren bezochten we een van de burnig ghats. De rookt prikt er in je neus en het idee dat je naar brandende lichamen kijkt, is eigenlijk te bizar voor woorden. De rituelen rondom de crematies zijn sober. De lichamen komen aan, worden ondergedompeld in de Ganges waarna ze op houten stellages worden gelegd. De oudste zoon steekt het vuur aan waarna de ziel op weg gaat naar de eeuwige verlossing. Er worden geen tranen gelaten. Het is goed zo.