We wandelen langs de Ganges In Varanashi. Mannen, vrouwen en kinderen wassen zich in de rivier die zo heilig voor hen is. Ze bidden, zingen, praten, lachen en dompelen zichzelf en elkaar onder. Met gemengde gevoelens kijk ik naar het water en naar de mensen. Zouden de mensen er werkelijk beter van worden? Zou het water hun ziel daadwerkelijk reinigen? Zouden ze het Nirwana binnengaan als hun aardse leven eindigt?
Ik weet het niet maar ik gun het ze van harte. Want hoe mooi is het als je wensen uitkomen en je dromen worden verwezenlijkt. Hoe bijzonder is het als geloof en overtuiging je een basis geeft voor je bestaan.
We kijken naar de sadhu’s die hun leven geven aan hogere, voor ons onzichtbare machten. We luisteren naar de swami’s die liefde, respect en wereldvrede prediken. We ervaren hoe met bijzondere ceremoniën de zon wordt verwelkomd aan de oevers van de Ganges. We wandel langs de crematie plaatsen.
Terwijl we naar de vlammen staren, leren we dat je na je crematie verzekerd bent van een plekje in het Nirwana. Baby’s en kinderen onder de veertien jaar worden niet gecremeerd. Zij krijgen een zeemansgraf in het midden van de Ganges. Na hun dood keren ze terug naar de aarde zodat ze alsnog kans maken op een mooi en gelukkig leven.
Er liggen veel lichamen op de bodem van de Ganges. Naast baby’s en jonge kinderen liggen er ook zwangere vrouwen, lepra patiënten, sadu’s en mensen die overleden zijn door slangenbeten. Zij worden niet gecremeerd en krijgen eveneens die tweede kans om het leven na hun dood weer op te pakken.
Voor de duizenden mensen die jaarlijks naar de Ganges trekken, is het bereiken van het Nirwana het hoogste goed. Alleen in het Nirwana ben je verlost van elke vorm van menselijk lijden. Een interessant gegeven dat voor een bijzondere sfeer langs de Ganges zorgt en zeker stof tot nadenken geeft.